HAMBURG – Wat een invalbeurt weer van Wout Weghorst. Oranje stevende tegen Polen af op een zeer teleurstellende toernooistart, maar dankzij een sterk staaltje van de ingevallen spits heeft het Nederlands elftal toch de eerste driepunter op zak op EURO 2024. Weghorst stond nog maar net in het veld en had nog geen bal beroerd, toen hij op aangeven van Nathan Aké in de 83e minuut de bevrijdende 2-1 tegen het net schoot en voor een groot Oranje-feest zorgde op de tribunes van het Volksparkstadion.
De spits uit Borne blijft een machtig wapen voor Oranje, waar hij zeker de afgelopen jaren de smaak aardig te pakken heeft. Waar hij in zijn eerste 23 interlands maar 5 keer scoorde, was dat in de laatste elf interlands zevenmaal het geval. Iedereen herinnert zich nog zijn geweldige invalbeurt op het WK in Qatar tegen Argentinië toen hij met twee late doelpunten zorgde voor een verlenging.
De scherpte bij Weghorst, die zijn eerste kans direct benutte, stond op zichzelf, want Oranje had daarin juist flink tekort geschoten in de 82 minuten daarvoor. Nederland was dominanter met een balpercentage van 66 procent, creëerde veel meer kansen (21 tegenover elf waarvan zeker acht goede kansen) dan de tegenstander, maar kampte met een kwaal die je vaker ziet bij Nederlandse ploegen. De kansen werden onvoldoende benut. Dat was voor een deel te wijten aan een gebrek aan scherpte, maar daarnaast stond de Poolse doelman Wojciech Szczesny geweldig te keepen.
Met Jerdy Schouten (6e interland), Joey Veerman (11e interland) en Tijjani Reijnders (10e interland) bracht Koeman een middenveld op de been met weinig ervaring, maar niet direct een heel jong middenveld. Schouten (27), Veerman (25) en Reijnders (25) hebben gemeen dat ze relatieve laatbloeiers zijn nadat hun carrières traag op gang kwamen met eerst nog een tussenstap in de Keuken Kampioen Divisie.
Een paar maanden geleden zouden weinig mensen verwacht hebben dat het bij PSV zo goed functionerende duo Veerman-Schouten aan de aftrap zou staan bij de eerste EK-wedstrijd, maar door meerdere blessures, onder anderen van Frenkie de Jong, was dat tegen Polen toch het geval. Waar na zijn sterke spel tegen IJsland vooraf veel was verwacht van vormgever Veerman, was het in de eerste helft juist Schouten die ijzersterk speelde en voor dreiging aan de bal zorgde. Zo legde hij In de 9e minuut de bal panklaar voor de inkomende Reijnders, maar diens inzet ging naast.
Cody Gakpo gevaarlijkste Oranje-klant
De gevaarlijkste Oranje-klant in de eerste helft was Cody Gakpo. De Liverpool-speler was niet te houden voor zijn Poolse bewaker, ondanks het gebruik van handen en voeten, en dook meerdere keren dreigend op voor het Poolse doel. De eerste keer al in de 2e minuut.
Oranje begon dominant en had veel balbezit, waarbij het lange wachten met de bal aan de voet van de Nederlandse doelman Bart Verbruggen, tot fluitconcerten leidde. Er waren op de tribune van het Volksparkstadion, waar Oranje in 1988 met de huidige bondscoach Ronald Koeman in de ploeg van West-Duitsland won, meer Nederlandse fans dan Poolse, maar de Oost-Europeanen lieten zich bij tijd en wijle flink gelden.
Met zijn optreden tegen Polen werd Verbruggen niet alleen de jongste Nederlandse doelman ooit op een eindronde, maar ook de jongste keeper op een EK-eindronde in zestig jaar. Slechts twee keepers ooit waren jonger toen ze EK speelden, beide keren in de jaren zestig.
Oranje speelt overtuigend, maar komt achter tegen Polen
Het veldspel van Oranje was overtuigend en leverde meteen grote kansen op, maar het was een flinke domper dat de eerste de beste keer dat Polen in de buurt van het Oranje-doel kwam, de bal er ook direct in lag. Bij een corner kopte Adam Buksa, de spits van Antalyaspor, die speelde bij absentie van Robert Lewandowski, de bal tussen Denzel Dumfries en Virgil van Dijk in het Nederlandse doel: 1-0. Het verdedigen van hoekschoppen is wel een puntje van aandacht voor het Nederlands elftal, want het was de derde tegengoal op rij die uit een corner viel.
Oranje trok na de tegenvaller met nog meer energie ten aanval en kreeg grote kansen op de gelijkmaker via Virgil van Dijk en Memphis Depay, die niet erg gelukkig in zijn acties was. Gezien de voortdurende dreiging die van hem uitging mocht het geen verrassing heten dat de gelijkmaker op naam van Gakpo kwam. Na goed voorbereidend werk van Nathan Aké trok de voormalig PSV’er naar binnen en trof doel met een van richting veranderd schot: 1-1. Het was de tiende Oranje-goal van Gakpo, die het goed doet op eindrondes, want op het WK in Qatar scoorde hij in alle drie de groepsduels.
Gakpo had Oranje helemaal een grote dienst kunnen bewijzen door even later ook een grote kans voor de 2-1 te benutten na een goede voorbereidende actie van Nathan Aké, maar zijn inzet ging over. En vlak voor rust wist ook Depay zijn tweede goede kans van de wedstrijd niet te benutten.
Bart Verbruggen houdt Oranje op de been na rust
Op basis van het wedstrijdbeeld leek Oranje zich geen grote zorgen te hoeven maken ondanks de 1-1 ruststand, maar het spelbeeld was in de tweede helft toch wat anders. Nederland kreeg Polen niet meer zo goed onder druk en de Oost-Europese tegenstander trok zelf veel meer op avontuur. Zo moest Verbruggen een knappe redding verrichten op een van richting veranderd schot van Jakub Kiwior, die hem voor rust ook al een keer op de proef had gesteld.
Om het initiatief terug te krijgen voerde Koeman na een uur spelen twee wissels door. Veerman, die ditmaal niet zijn stempel op de wedstrijd had kunnen drukken, en Simons maakten plaats voor Donyell Malen en Georginio Wijnaldum.
Nederland werd weer dominanter, maar de Polen trokken een enorme muur op voor het doel en de sterke doelman Wojciech Szczesny bleef een sta in de weg als Oranje dreigend opdook voor het Poolse doel. De uitstekend spelende Stefan de Vrij kopte de bal uit een corner rakelings over. De tijd tikte in het nadeel van Oranje, dat zich steeds meer ergerde aan de vertragende tactieken van de Polen, totdat Weghorst met een gouden invalbeurt ervoor zorgde dat het Nederlandse legioen op de tribune toch feest kon vieren: 2-1.
Bron: Telegraaf