In Zandvoort werd hij zoek gereden door Lando Norris, waarna de hele wereld voorzichtig begon te twijfelen aan zijn titelkansen. Max Verstappen zelf ook, verklapte hij in Monza. ,,Heb ik het nog helemaal in eigen hand? Nee. Dat ligt ook aan mijn auto.”
Luister op het Autodromo van Monza tien minuten naar Max Verstappen en je proeft enige twijfel. Niet over zijn eigen rijvaardigheden of zelfvertrouwen, daar heeft het bij de Limburger nooit aan gelegen. Wel over zijn oorlogswapen, de RB20 die nu al weken niet meer de standaard der dingen is in de koningsklasse. Na een vragenspervuur van vier minuten met weinig lange antwoorden, stuurt de Nederlander in Italië zijn persmoment met een mannetje of 45 om hem heen plots een duidelijke kant op.
Hij weet echt wel wat ze willen horen, vier dagen na zijn pijnlijke nederlaag in eigen huis. Beseft dat de hele wereld voorzichtig is begonnen met twijfelen aan zijn titelkansen, ondanks zijn nog altijd riante voorsprong van 70 punten. Dus als hem na de inleidende beschietingen gevraagd wordt of hij zich ook al zorgen maakt , pakt Verstappen zijn moment. ,,Luister, ik doe gewoon mijn best. Of ik dat kampioenschap nu win of niet, het gaat mijn leven niet veranderen. Zou ik het willen winnen? Ja, natuurlijk. Maar heb ik het helemaal in eigen hand? Nee. Dat ligt ook aan de prestaties van mijn auto.”
Hij doet het deze donderdag een paar keer in de broeierige hospitality van Red Bull Racing: vragen stellen aan zichzelf. Zittend op zijn kunststof stoeltje lijkt hij soms wel bezig met een gesprek met zichzelf. ,,Natuurlijk doe ik mijn best om die auto sneller te maken, maar gaat me dat nog lukken voor het einde van dit seizoen? Ik heb geen idee”, verzucht hij. ,,Maar wat ik wel weet, is dat we er als team alles aan zullen doen om sterker te zijn dan in Zandvoort. Want dat was wel echt een héél mager weekend. Ik wil het geen wake-up call noemen, maar best was het niet.”
Erg onrealistisch
Geen zorgen mensen, Verstappen geniet nog steeds van zijn job als F1- coureur, bevestigt de drievoudig wereldkampioen, als hij er naar gevraagd wordt. ,,Ik wist ook wel dat nóg zo’n seizoen zoals we vorig jaar hadden erg onrealistisch zou zijn geweest. Maar had ik verwacht dat het voor ons zo moeilijk zou verlopen? Niet echt… Zeker niet met hoe we vorig jaar eindigden en hoe we dit seizoen begonnen.”
Met zeven zeges in de eerste tien races. Maar van de volgende vijf won hij er niet één meer. De drievoudig wereldkampioen hoorde na 23 juni (Barcelona) niet meer het Wilhelmus spelen op het podium, een eeuwigheid naar zijn standaarden. En de realiteit is dat zeker McLaren nu sneller is, met ook Mercedes en Ferrari regelmatig op de afspraak. ,,Wij werken keihard om te verbeteren, maar dat doet iedereen”, beseft Verstappen, die ook wel begrijpt dat dé discussie bij de Nederlandse koffieautomaten nu over zijn voorsprong in het WK gaat.
Is die marge van 70 punten op Lando Norris straks nog wel genoeg voor nog een vierde titel? ,,Dat kun je nu onmogelijk gaan berekenen”, vindt Verstappen. ,,Natuurlijk wil ik graag ook nog races winnen. En er zijn er nog negen en ook nog drie sprintraces”, weet Verstappen, die echter ziet dat het momentum bij dat andere oranje kamp ligt. ,,Dus zo’n voorsprong kan gemakkelijk weer worden omgedraaid.”
Maar tegelijkertijd verwacht Verstappen ook geen foutloos McLaren in het restant van 2024. ,,Ik weet ook dat je voor een titel een perfect einde van het seizoen nodig hebt. En dat is, denk ik, héél moeilijk.”
Leunen op die grote voorsprong kan Verstappen sowieso niet permitteren, weet hij. ,,Je kunt niet een weekend ingaan en denken: oh nee, we kunnen de auto niet aanraken, want dan verliezen we misschien meer punten. Nee, je móét er voor blijven gaan. Je moet elk weekend het best mogelijke pakket willen blijven hebben, de risico’s opzoeken, in gaten blijven duiken.”
Het zal het verhaal blijven in de resterende maanden. En misschien ook wel volgend jaar, als McLaren na de opmars van dit seizoen misschien wel als favoriet aan het seizoen start. ,,Maar dat zien we dan wel weer”, besluit Verstappen, met een lach. ,,Ik denk dat we voor nu al wel even genoeg zorgen aan ons hoofd hebben.”
Bron: Algemeen Dagblad