Amsterdam – Het merendeel van de werknemers gaat er volgend jaar op vooruit. Met name de invoering van nieuwe schijf in de inkomensbelasting zorgt voor een plusje op veel loonstrookjes. Voor deeltijders is er minder goed nieuws: zij houden volgend jaar netto minder over.
Lager belastingtarief in de eerste schijf
„De invoering van een lager belastingtarief in de eerste schijf betekent voor de meeste Nederlanders positief nieuws”, zegt Dik van Leeuwerden, expert wet- en regelgeving van ADP. Nederlanders betalen vanaf het nieuwe jaar 35,82% belasting tot en met een jaarinkomen van €38.441. Nu is dat nog 36,97%. „Daardoor gaan mensen, ook die veel verdienen, over het eerste deel van hun inkomen minder belasting betalen.”
Tegelijkertijd verlaagt het kabinet ook de algemene heffingskorting, een korting op op de belasting. De maximale heffingskorting is vanaf volgend jaar €3068 per jaar in plaats van €3362, een daling van €294. De maximale arbeidskorting stijgt, maar door een lagere opbouw over het eerste deel van het loon ontvang een deel van de werknemers minder arbeidskorting.
Parttimers houden mind
Die maatregelen zorgen ervoor dat parttimers minder zullen uitkijken naar hun nieuwe loonstrookje. „Dat komt omdat het lagere belastingtarief voor deze groep niet voldoende is om de lagere algemene heffingskorting en arbeidskorting te compenseren”, zegt Van Leeuwerden. Daardoor houdt iemand met een bruto maandinkomen van €1000 vanaf januari €22 minder over. Bij een maandinkomen van €2000 bruto gaat het om €32 per maand minder. Ook werkenden onder de 21 jaar die voltijds werken tegen het minimumloon houden meestal minder over.
Gepensioneerden kunnen wel een plusje tegemoet zien. Mensen met een aanvullend pensioen van €1000 per maand ontvangen straks €12 meer. Bij een aanvullend pensioen van €2500 is de netto vooruitgang €30. Die stijging komt door het lagere belastingtarief. Voor een AOW-gerechtigde daalt het laagste tarief van 19,07% naar 17,92%. De bijdrage Zorgverzekeringswet die op het pensioen wordt ingehouden gaat ook omlaag van 5,32% naar 5,26%.
Koopkracht van huishoudens
De netto loonstijging zegt nog niet alles over de koopkracht van huishoudens volgend jaar, benadrukt Van Leeuwerden. Daarvoor moet ook gekeken worden naar andere zaken, zoals lokale belastingen, huurstijgingen en de prijzen in de supermarkt. „Maar wat je wel ziet is dat de middeninkomens profiteren van koopkrachtmaatregelen die het kabinet heeft gepresenteerd.” Hij wijst op de nieuwe belastingschijf, maar ook het verhogen van de huurtoeslag, het kindgebonden budget. „Dat is een belangrijke indicatie als je kijkt naar wat mensen straks te besteden hebben.”
Bron: Telegraaf