‘Ik was op, uitgeblust en dacht dat ik doodging. Heftig als je pas 26 bent’; hoe een piepklein winkeltje Robberts redding werd

TILBURG – Het is een piepklein winkeltje waar Robbert Janssen (31) zijn geluk hervond, op een beetje een aparte plek. Ingesloten tussen Oosters restaurant Royal Palace, een carwash en een onbemand tankstation. Robbert viel diep, meermaals, en krabbelt juist hier weer op. Al is het herstel nog pril. „Ik ben vrijwel alles kwijtgeraakt.”

Kijk hem daar staan, achter de minitoonbank in zijn trui met RSHF (Reeshof) als opdruk op zijn borst. Babbelend met de twee klanten die ternauwernood in zijn winkeltje passen. Of ze de folders gevonden hebben die hij als een tapijtbombardement over de Reeshof heeft uitgestrooid? Ja, mooi.

Als een vis in het water voelt Robbert Janssen zich tussen de carnavalsemblemen van de stad, groen-oranje kindermutsen en sokken met Tilburg erop. Je ziet het niet, maar hij is van ver gekomen.

Dat begint in maart 2020 met wintersport en – je kunt het al bijna raden – corona. Want ja, dit is een coronaverhaal, zijdelings dan toch. Voor de meeste mensen eindigde dat hoofdstuk jaren geleden en willen ze er liever niet meer aan herinnerd worden. Robbert is er nog dagelijks mee bezig, al lijkt het eindelijk de goede kant op te gaan. „Ik wil mijn verhaal vooral vertellen om te laten zien dat het nooit over is. Hoe erg het leven ook tegenzit.”

Vier jaar verdriet

Tijdens die wintersport – bijna vijf jaar geleden – wordt hij doodziek en kan de Tilburger niet meer op zijn benen staan. „Niet fijn als je aan het skiën bent.” Hij lacht. „En niet zo’n goede skiër bent.” Waar anderen weer opkrabbelen, blijft Robbert ziek. Hij komt maanden thuis te zitten, ziet wekenlang niemand – de bank kan hij niet af – totdat er een ontsteking in zijn longen wordt ontdekt, in iedere long eentje. „Ik was op, uitgeblust en dacht dat ik doodging. Heftig als je pas 26 bent.”

‘Niet aanstellen, Robbert, aan het werk,’ denkt hij. Je vermannen, door de pijn heen. Maar als hij aan het werk gaat, komen de concentratieproblemen en klachten. Misschien, zegt hij nu terwijl hij voor zijn winkeltje zit, heeft zijn zenuwstelsel door een pittige jeugd al wat klappen opgelopen en was de coronabesmetting het lont in het kruitvat. ,,Toen ik dingen uit het verleden aan ging pakken, merkte ik dat ik me daardoor me fysiek beter ging voelen. De wisselwerking tussen het mentale, emotionele en de fysieke uiting daarvan.”

Hij werkt toch door, brandt op, vindt een andere baan, werkt nog harder en ‘blaast zichzelf op’. Begin 2022 belandt hij in de WW met long covid. Wéér gaat hij aan het werk, maar dat eindigt in de Ziektewet. Ondertussen ziet Robbert leeftijdsgenoten met wie hij aan de universiteit studeerde carrière maken en het leven vieren.

„Bij mij werd het ondertussen alleen maar minder, minder, minder. Ik begon vrienden en sociale situaties te mijden.” Het is te danken aan zijn vriendin dat hij erdoorheen sleept. „Zij geloofde altijd in mij. Anders had ik hier nu niet gezeten.”

‘Hopen op een dag…’

De omslag is vers, iets van dit jaar. Hij is nog ziek, maar wel aan het herstellen als hij cadeau- en carnavalswinkeltje Ollie’s aan de Tuinstraat binnenloopt. „Ik moest carnavalsemblemen halen voor de familie, wilde dat even doen omdat ik dan het huis uitkwam.”

‘Als je hulp nodig hebt, laat het maar een keer weten’, zegt hij tegen Olivier Jaspers, de eigenaar van Ollie’s. Een paar maanden later gaat de telefoon. Olivier aan de lijn. ‘Ik heb een ideetje, maar ik weet niet wat je ervan vindt. Als we het doen, moet het wel jouw zaak worden…’

Nu staat hij op het ‘Van Beurden-plein’ op de Reeshof, de plek waar hij opgroeide. Buiten schijnt de zon, binnen klinkt Dancing in the Moonlight en Robbert is gelukkig. Vroeger was het de wachtruimte van de wasstraat, nu een mini-Ollie’s. Of beter: ‘Robberts’, hoewel zijn naam er niet op staat. „Al die jaren heb ik de studies gedaan waarvan ik dacht dat ik ze moest doen, en op kantoor gezeten. Op de een of andere manier hoopte ik altijd dat het op een dag mijn ding zou worden, maar die dag kwam niet. Ik gaf er uiteindelijk niets om.”

Toen werd hij ziek en leerde hij juist daardoor dat het nooit te laat is om jezelf opnieuw uit te vinden. ,,Grappig is dat. Nu ben ik zó op mijn plek, pas na al die omzwervingen. Nu weet ik eindelijk welke kant ik op moet.”

Bron: Bas Vermeer (Brabants Dagblad)

Een tragisch maar ook mooi verhaal. Zo zie je maar weer hoe serieus het Coronavirus kan ingrijpen in iemands leven. Ik persoonlijk kan zeker relateren aan de verwijzing naar een aantal jaren verdriet. Dit redactielid is tot op de dag van vandaag ook nog steeds herstellende van een ingrijpende gebeurtenis in zijn leven.